Handen
maken wat ogen zien
Greetje de Vries komt uit een groot gezin
en is totaal niet opgegroeid met kunst en cultuur. Zij is pas op 29-jarige leeftijd
begonnen met het ontdekken - en het zichzelf helemaal eigen maken - van de beeldhouwkunst.
Ze volgde keramiekcursussen bij Bart Leefoge en op zijn aanraden ging ze kijken
bij de beeldhouwlessen van Karel Gomes. Na het volgen van beeldhouwlessen ging
ze in 1983 op het atelier van Karel Gomes in Amsterdam werken. Naast het werken
naar model ging zij regelmatig naar Artis om zich te verdiepen in de anatomie
voor het maken van dieren.
In 1985 had Greetje - ze
werkte inmiddels zelfstandig - haar eerste expositie. Door om zich heen te kijken
en alles uit te proberen heeft ze zich verder ontwikkeld en verdiept in de beeldhouwkunst.
In de jaren na 1985 exposeerde Greetje met haar beelden door heel Nederland
en is haar werk verkocht aan particulieren, bedrijven en aan de overheid.
Naast haar vrije werk vindt Greetje het werken in opdracht altijd weer een uitdaging.
Zij werkt van klein tot meer dan levensgroot, zowel van mens als dier. Maar
ook portretten en beelden voor grafmonumenten. Buiten de exposities om kunt
u haar werk bezichtigen in haar eigen atelier en beeldentuin.
Veel van haar werk is vastgelegd in het boek "Van natuur naar cultuur" dat bestaat uit 60 pagina's. Het boek is bij haar te verkrijgen.